Ter inleiding verwijs ik even naar een studie van Gaya Herrington, directeur duurzaamheid en systeemanalyse bij KPMG in de VS. Ze gebruikt het World3 model, ooit ontwikkeld voor de beroemde grenzen aan de groei studie van de Club van Rome. Herrington heeft de meeste recente data van tien variabelen in twee scenario’s uitgezet. Een BAU2 (bussines as usual) en CT (comprehensive technologie, vrij vertaald grote technologische vooruitgang). Je kan de studie hier lezen, een samenvatting hier. Ik beperk me tot de conclusie:
“De twee meest waarschijnlijke scenario’s wijzen op een vertraging en uiteindelijke stilstand van de economische groei in de komende tien jaar, maar het World3-model laat open of de daaropvolgende daling ook tot een ineenstorting zal leiden,”
Het is een idee dat vanuit steeds meer hoeken geopperd wordt. Biologen, economen, ecologen, klimatologen en filosofen. Ons huidig economische groeimodel is niet langer houdbaar. Naast lokale en onverwachte schokken (zie vorige afleveringen) is een gestage economische afbrokkeling onvermijdelijk. Kunnen we ons daar iets bij voorstellen? Kunnen we ons daarop voorbereiden?
Winnaars en verliezers
Stel dat we terecht komen in een situatie met minder productie, minder koopkracht en dat in combinatie met regelmatige extreem-weer fenomenen. Welke economische sectoren zullen het eerst in de problemen komen? Ik kan me voorstellen dat activiteiten die we als ‘luxe’ omschrijven het eerst zullen sneuvelen. Vliegtuigreizen, plastische chirurgie, fancy kleren, dure auto’s en horloges, kaviaar en ander exclusief voedsel. Een aantal activiteiten zoals voedselvoorziening, energie en bouwen zullen veel noodzakelijker zijn (zie ook het lijstje bij de toekomstvaardigheden). Wie toevallig een golfclub runt kan maar een beter een paar boeren zoeken en een zelfplukboerderij beginnen. De plukgolf bijvoorbeeld.

Ongelijkheid
Bij een economische crisis is natuurlijk de vraag hoe het zal gaan met de ongelijkheid. Als een kleine groep superrijken er in slaagt de dans te ontspringen dan neemt het risico op maatschappelijke onrust toe. De Corona crisis is een weinig bemoedigend voorbeeld. “Coronacrisis maakte rijksten nog rijker en armen nog armer”, dit is de kop van een artikel in het parool. Ofwel heb je dan een sterke overheid die er in slaagt die rijkdom te herverdelen ofwel kom je in een situatie terecht met een kleine groep haves en een grote groep have nots. Het zou natuurlijk kunnen dat de have nots (waar ik zelf ook wel zal bijhoren) het te druk hebben met overleven en geen tijd hebben voor revoluties.
Geld
Een andere vraag is hoe de overheid zal optreden? Tijdens de Corona crisis bleek geld geen probleem te zijn en is er behoorlijk wat uitgedeeld. Vele miljarden aan premie’s, overbruggingsrecht, tijdelijke werkeloosheid en dergelijke. Hoewel die middelen niet altijd correct verdeeld zijn en sommige groepen in de kou bleven staan is het wel goed dat dit gebeurde. Op een of andere manier was geld plots onbeperkt voorradig. Het is niet gezegd dat dit zo blijft bij een jarenlange klimaatcrisis (waarbij de schadekosten steeds hoger oplopen). Als we in een situatie terecht komen waar geld schaars is (of je niet meer kan betalen door hackers die online betalingen onmogelijk maken) dan zullen we automatisch beginnen ruilen, zowel diensten als goederen. Twee tips hierbij. Zorg dat je toch steeds een klein beetje contact geld in huis hebt, en denk na wat je zou kunnen ruilen mocht het nodig zijn. Rekening houdend met het feit dat wat nu veel waard is (een paar hippe sportschoenen) dat niet meer zal zijn. Vandaar de aanstekers, zaden en zeep waarover ik het al had.
Oefenen in Genoeg
Het belangrijkste in heel het verhaal is misschien het bijstellen van onze verwachtingen. Dat zal moeilijker zijn voor mensen die veel belang hechten aan consumptie er de status die erbij hoort. Wie tevreden kan zijn met weinig (zoals Indianenprinses), wie kan genieten van kleine dingen, wie bereid is te delen en samen te werken kan een ‘goede’ crisis tegemoet gaan.
Misschien kan je met je huisgenoten eens een avondje oefenen met een spelletje huishoudbudgetknippen. Het gaat als volgt (een variatie op Anti-monopoly). Je probeert eerst zo goed mogelijk in te schatten wat je maanduitgaven zijn. Huur, verzekeringen, eten, ontspanning, kleren enzovoort. Het is trouwens altijd goed om dat af en toe eens te checken – meten is weten nietwaar. En dan doe je wat als. Stel dat we plots 10% minder per maand beschikbaar hebben. Waar kunnen we besparen? Wat kunnen laten? Wat moeten we anders doen? Als je de eerste ronde hebt overleeft kan je nog een rondje doen. Nog eens 10% minder. Hoe meer rondes je toch in staat blijft het hoofd boven water te houden, hoe beter.

Er bestaat trouwens een mooi tijdschrift met de titel ‘Genoeg‘ waar je heel veel inspirerende verhalen en concrete tips kan vinden over goed leven met minder. Misschien interessant om eens een proefabbo aan te vragen (nu het nog past in je maandbudget!)