V.XII. rode wijn


(Lees hier de start van het verhaal. Klik hier voor het personenregister)

Nooit gedacht dat ik op een dag in een avonturenfilm zou terecht komen. Met slechteriken en spannende scènes, enzo. Ik ben nimmer een grote held geweest. Onverwacht ontdek ik een nieuwe dimensie in mezelf. En dan gaat het licht uit.

Donderdag 27 april 2051 – 359,22 ppm en 2382.89 ppb

Lu wekt me uit een oppervlakkig dutje. Ik voel de harde stenen muur tegen mijn rug. ‘Kom, ik denk dat iedereen naar huis is. We kunnen onze zoektocht starten’. Ik besef nu pas wat we aan het doen zijn. Twijfel overvalt me. Waarom moet ik op zoek gaan naar een paar schurken die de wereld willen opblazen? Wat zou ik daartegen kunnen doen? Is dat trouwens niet gevaarlijk voor ons? Lu blijft me porren. ‘Wacht nog heel even.’ Ik stuur een berichtje naar Bart. ‘We zijn binnen in het paleis, weet jij waar we moeten zoeken?’ Ik sta op en rek me uit. Lu opent zacht de deur en we sluipen het lege gebouw in. ‘We moeten op zoek naar een geheime doorgang, een deur die naar een kelder leidt.’ Lu neemt resoluut de leiding, en dat is prima voor mij. We dolen door de zalen, komen in een depot terecht, doorzoeken de vergaderzalen, de keukens en een grote bibliotheek. We openen elke deur en elk luik. Na een uur staan we terug op ons startpunt onder de kunstig geschilderde arend. ‘Nog steeds geen antwoord van Bart. Is hij misschien in slaap gevallen?’ fluister ik geërgerd. De zenuwen spelen me parten, ik wil gewoon terug naar ons busje. ‘Niet zo snel opgeven Man. We moeten opnieuw beginnen, neem jij de westkant van het gebouw dan doe ik de oostkant.’ ‘Maar, wat als we iets vinden’ stamel ik. Ik heb echt geen zin om alleen in dit donkere gebouw rond te dolen. ‘Zet je smartphone op trillen, wie iets vindt stuurt de ander een bericht.’ Dat had ik zelf ook kunnen bedenken. En weg is ze. Ze verdwijnt door een deur omgeven met barok houtsnijwerk. Ik heb zin om gewoon op een bankje te wachten tot ze terug is. Ik check nog even mijn telefoon en raap dan toch mijn moed bij elkaar. Na een paar gangen te zijn doorgelopen zie ik een klein rood lichtje pinken in een hoek. Dat hebben we daarnet niet gezien.

***

De videoconferentie is net afgesloten. De samenzweerders zijn toch wat ongerust over de massale protesten van de voorbije dag. De meesten konden zich tijdig in veiligheid brengen, alleen Chung Sye-kyun ontbreekt. Hij is door boze burgers opgepakt en opgesloten in de dierentuin van Seoul, in een grote kooi vol rode lori’s die een hels kabaal maken. Kushner en een aantal andere senatoren zijn uit hun ambt ontzet maar kunnen onderduiken. De wind staat nog niet helemaal goed, maar Kushner heeft net zijn fiat gegeven voor het bombarderen van Mauna Loa. Dat zijn eigen onderdanen daarbij een lading nucleaire neerslag riskeren kan hem niet schelen. ‘Het zijn toch mijn burgers niet meer, wat mij betreft krijgen ze een nucleaire regenbom op hun kop’. Zo zei Kushner enkele minuten geleden nog vanuit zijn beveiligde silo.

Naresh Kog staat recht. Naast František Dittrich is enkel nog Denise Appelbraum aanwezig in de controlekamer. In de ruimte ernaast zitten nog enkele mensen die bezig zijn met de communicatie. Ze zullen straks een communiqué rondsturen met hun eisen aan de wereldregering. ‘Denise, is alles klaar om de raketten af te vuren?’ Denise duwt op wat knopjes. ‘Bijna, ik moet nog de verplichte procedures afwerken, dat duurt nog even.’ Dittrich zucht zachtjes. ‘Procedures, procedures, daar moeten we toch dringend eens mee ophouden.’ Een klop op de deur. Stephan, een jonge ingenieur van het communicatieteam doet open. ‘Excuseer voor het storen, maar er is iemand in het museum. Hij staat aan de ingang van onze schuilplaats.’ ‘Laat zien’ beveelt Kog. Op het scherm wordt een schimmige figuur zichtbaar. Een jongeman die besluiteloos staat te treuzelen. Kog begint hartelijk te lachen. ‘Maar dat is Man, de senator uit BeterGent. Zie hem staan, de grote held. Kom, ga hem even halen wil je. Neem meteen zijn telefoon af en breng hem naar hier.’ Stephan vertrekt. ‘Dat wordt leuk,’ zegt Kog ‘František, haal maar een paar flessen van je wijn boven.’

***

Bart schiet met een schokje wakker. Het duurt even voor hij door heeft dat het lijf van Micha tegen hem aan leunt. Voorzichtig murwt hij zich onder hem door. Micha valt traag op zijn rechterzij. Hij blijft rustig slapen. Bart stommelt naar zijn bureau. Hij scrolt even door de nieuwsberichten. Nog steeds zijn bezettingen en demonstraties bezig. Een aantal leiders van de opstand zijn opgepakt. Tot zijn opluchting zijn er nog geen meldingen van vulkanen die tot ontploffing zijn gebracht. Dan pas ziet Bart het berichtje op zijn telefoon. Hij besluit Man meteen te bellen maar er komt geen enkele reactie. Hij stuurt een berichtje naar Lu ‘alles goed? Ik kan Man niet bereiken.’ Dan gaat hij vliegensvlug op zoek naar oude plannen en documenten over de bouw van Troja Palace.

***

Ik sta oog in oog met Naresh Kog. ‘Wel, wel, wel, wie we hier hebben.’ Zijn toon is triomfalistisch. ‘De Man van BeterGent, de man die denkt dat we het samen zullen oplossen. Met liefde. Haha.’ Ik zwijg en probeer zo goed mogelijk de situatie in te schatten. In de ruimte vol apparatuur zie ik nog een wat oudere man die flessen wijn aan het ontkurken is. Een vrouw van middelbare leeftijd zit achter een groot scherm met veel knoppen. De kerel die me net verraste en binnenliet, Stephan, staat aan de deur achter me. Ik heb geen idee hoe groot dit complex is, hoeveel mensen er zijn. Stephan geeft mijn Fairphone aan Kog, die hem meteen in een groot glas wijn onderdompelt. Ik zie de andere man ontzet kijken. ‘Dat is wel zonde van de wijn,’ mompelt hij. Ik bega meteen een stommiteit. ‘Wat hebben jullie met Lu gedaan?’. Kog kijkt me aan. ‘Zo, je bent niet alleen, goed om weten.’ Dittrich is er niet helemaal gerust op, ‘moeten we die niet gaan zoeken? Dat kan toch gevaarlijk zijn?’ Een beetje tegen zijn zin geeft Kog de instructies door. ‘Stephan, hou je de monitors in de gaten en zorg gewoon dat ze niet binnen kan. Denise, is alles klaar?’ Ik hoor aarzeling in de stem van de vrouw die voor het groot bedieningspaneel zit. ‘Ja, alle procedures zijn afgerond.’ ‘Dan ga ik nu op deze knop duwen, tien minuten later ontploft de grootste vulkaan ter wereld. Zo stop ik de opwarming van de planeet. De mensheid zal me dankbaar zijn.’ Ik besef nu pas wat er zal gebeuren. Kog is net zo rustig als tijdens het spel dat ik vorig jaar met hem in Manaus speelde. Ik weet hoe koelbloedig hij omgaat met het leven van anderen. Mijn hersenen draaien op volle toeren. In een honderdste van een seconde passeren alle mogelijke strategieën in mijn geest. Kan ik hem met woorden overtuigen? Moet ik in tranen uitbarsten? Zal ik hem uitlachen om zo tijd te winnen? Moet ik hem verrassen met een omhelzing, een tongkus? Maak ik kans in een gevecht met deze man? Heel in de verte hoor ik gestommel en geroep. Het gestamp van vele voeten. Een ogenblik zie ik Kog twijfelend naar zijn kompaan Dittrich kijken. Dat is het signaal. Mijn reptielenbrein brengt me vliegensvlug in beweging. Ik grijp de grote wijnfles van tafel en gooi me in de richting van Denise. Als ik de fles kapotsla op de apparatuur kan ik het systeem wellicht ontregelen. Met rode wijn, lokaal én bio. In slow-motion zie ik hoe Denise achteruitwijkt terwijl mijn gestrekte rechterarm mijn vallend lijf voorafgaat. De fles kan nu elk moment exploderen tegen de wand vol knoppen en lichtjes. Eerst raakt mijn kin hard het metalen bureaublad. Ik voel een helse pijn. Het laatste beeld op mijn netvlies is een krantenkop: ‘Jongeman, geboren tijdens de eerste nucleaire ramp kan nipt de tweede vermijden.’  Dan is er niks meer.

Een reactie op “V.XII. rode wijn

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s