II.II. kakken in mondmaskers


(Lees hier de start van het verhaal. Klik hier voor het personenregister)

Uiteindelijk ben ik toch geen Yasser geworden. Robbe en Parvanah vreesden dat het met die naam nog lastiger zou worden om een huis of een job te vinden. Man Leek dus beter geschikt voor deze tijden.

Als iemand mag klagen over een ongelukkige jeugd zal ik dat wel zijn. Dat heeft niks te maken met het gezin waar ik ben opgegroeid. Integendeel. Alles met de turbulente fase waarin de samenleving terechtkwam. Vandaag noemen we de periode ’25-40 de zwarte jaren. Werkelijk een uitmuntende tijd om op te groeien…

Een jaar na de crisis met de sociale media en het virtuele geld zit de hele wereld in een economische recessie. Het Demeter virus maakt de meest vormen van handel en reizen onmogelijk.  Zowel het Federale als het Vlaamse niveau functioneren nog nauwelijks. Heel wat steden zijn zichzelf aan het organiseren. De Gentse gemeenteraad is onder druk van een sterke burgerbeweging omgevormd tot een stadsraad. Het is de voorloper van wat later de autonome Gentse stadsregio ‘BeterGent’ zal worden.

Mijn mama is actief in de stadsraad en neemt me regelmatig mee naar de vergaderingen. Ik ben lang niet de enige die aan de borst hangt tijdens hevige discussies over pakweg de toestroom van Nederlanders. Onsmakelijk detail: buitenshuis draag ik geen katoenen luiers, maar DIY-wegwerpluiers op basis van chirurgische mondmaskers. De stocks waren in die tijd zo kolossaal dat ze gebruikt werden voor allerlei toepassingen.

Zondag 25 januari 2026, 428,61 ppm

Bij de laatste staatshervorming kregen de stadsregio’s autonomie om zelf hun bestuursmodel te kiezen. In de maanden na de SMBO en VMD neemt een groep burgers in Gent het voortouw. Ze dwingen een bindend referendum af over een nieuwe bestuursvorm. Het basisontwerp van deze stadsdemocratie komt van de ‘assembly of the commons’. Een beweging die al ruim 10 jaar actief is. Volgens het plan worden in elk van de 28 stadsdelen wijkraden opgestart. Elke wijkraad mag drie vertegenwoordigers naar de stadsraad sturen. Voortaan is het deze groep die de grote lijnen van het beleid gaat uitzetten. Alle burgers kunnen punten op de agenda zetten en die zelf komen toelichten. De gemeenteraad wordt buitenspel gezet. Precies omdat zelfs in de crisismaanden partijpolitieke spelletjes voorrang kregen op het algemeen belang.  De kabinetten worden afgeschaft, en de stadsdiensten krijgen een belangrijke verantwoordelijkheid om de beleidsplannen van de stadsraad uit te voeren. Er is een controlerend orgaan – de toetsingskamer – waar via een geleide loting een representatieve groep van dertig Gentenaars de taak krijgt het beleid te evalueren en waar nodig bij te sturen. Er zijn geen beroepspolitici meer, hoewel door het basisinkomen iedereen in de stadsraad en toetsingskamer zo goed als voltijds met het mandaat bezig is. Een rotatiesysteem zorgt ervoor dat niemand langer dan drie jaar in de stadsraad of toetsingskamer kan zetelen. Er zijn geen politieke partijen meer, wel heel wat open themagroepen waar voorstellen worden voorbereid en bediscussieerd. De nieuwe structuur wordt via een referendum met grote meerderheid goedgekeurd in december 2025. De burgemeester mag aanblijven maar krijgt eerder een protocollaire functie.

***

Tijdens de eerste Gentse stadsraad wordt een overzicht gemaakt van de meest dringende kwesties die moeten worden aangepakt. Er is de dubbele migratiestroom. Enerzijds mensen uit buurlanden waar de Neuro niet is ingevoerd – de zogenaamde Neuromigratie uit Engeland, Nederland en Frankrijk. Anderzijds is er een stroom van gezinnen uit centraal Spanje, Italië en Griekenland waar een aantal regio’s onleefbaar zijn geworden door watertekorten en chronische hittegolven. Er zijn problemen rond de energiebevoorrading, kernenergie is na het atoomconflict helemaal uit de gratie verdwenen. De tewerkstelling in het havengebied is in elkaar gezakt nu in enkele maanden tijd zowel Arcelor-Mittal, Volvo en Honda hun activiteiten hebben stilgelegd. De stad moet zich voorbereiden op wateroverlast en hittestress. De Vlaamse overheid functioneert als een kip zonder kop en schuift kwesties zoals zorg en onderwijs steeds meer door naar de lokale niveaus. Kortom de uitdagingen zijn gigantisch, de vraag is of dit nieuwe bestuursmodel daar adequaat kan op reageren. Na een eerste inventaris van ideeën uit de wijken worden twee prioriteiten gekozen: zorg en voedsel. De andere uitdagingen moeten even wachten. Werkgroepen worden samengesteld, actieplannen opgemaakt. Parvanah Bachar zal de werkgroep rond voedsel op zich nemen. Omdat er veel te bespreken valt én alle vergaderingen openbaar zijn is gekozen om een volledige dag per maand met de stadsraad te vergaderen in de Capitool.

***

Dit is echt wel de laatste keer dat ik hier naartoe kom, denkt Mona. Haar armen houdt ze gekruist voor haar lichaam, haar rechterbeen over het linker, waarbij ze de rechtervoet nog eens achter de linker kuit heeft vastgehaakt.  Ze heeft geen zin om verder te luisteren naar de verhalen van de zogenaamde lotgenoten. In een cirkel zitten een vijftal jongeren, enkele dames en heren van middelbare leeftijd, zelfs een stokoude man met rollator. Het binnenvallend zonlicht maakt een vierkant in het midden van de kring. Mona observeert de stofjes die willekeurig in de balk zonlicht dwarrelen. De begeleidster – Annemiek – is blijkbaar een gediplomeerde eco-psychologe gespecialiseerd in afscheid nemen van de oude levensstijl. Het gaat al lang niet meer enkel over het verdwijnen van de sociale media. ‘Beste vrienden’ zo spreekt Annemiek met te zachte stem en te grote borsten. ‘Normaal gezien zaten we nu in de periode van de solden. Ik zeg wel, normaal gezien. Dit is voor velen van ons emotioneel een moeilijk moment. Want deze periode roept vele herinneringen op. De volle winkelstraten, het recordaantal digitale betalingen. De drukte rond de bakken met afgeprijsde winterbroeken.’  ‘Pff’ zucht de oude man ‘Dat vond ik maar niks hoor. Al die drukte. Rommel kopen waar je niks mee aan kan’. ‘Zo kan je het ook bekijken’ gaat Annemiek onverstoorbaar verder. Ze zit voorovergebogen met de vingers in elkaar gekruist. Mona ziet hoe de borsten als een rustig meertje dobberen tussen haar armen.  ‘Ondertussen leven we bijna een jaar in een andere wereld. We hebben afscheid moeten nemen van heel wat vanzelfsprekendheden. Na het wegvallen van het virtuele geld en het vliegverbod door het virus moet het plots met veel minder’. Mona wordt meteen herinnerd aan haar grootste trauma. Na lang onderhandelen had ze van haar ouders toestemming gekregen om haar verjaardag te vieren in Dubai, waar de gaafste Eighteen-partys ter wereld plaatsvonden. Twee maanden voor het feest komt die stomme beslissing rond de vliegtuigen. Mona zucht diep. Annemiek laat een lange pauze. ‘Het moet plots met veel minder, althans op materieel vlak’. ‘Dus beste vrienden, wil ik graag even een rondje doen, en van jullie horen of er iets goeds te vertellen valt over de voorbije periode. Wie begint?’ De deelnemers steken van wal over ‘hernieuwde vriendschappen’ en het ‘waarderen van kleine dingen’. Mona’s gedachten schieten alle kanten op. Wat is nog over van haar droom om een celebrity te worden? Hoe kan ze het gemiste feestje ooit goedmaken? Was het nu echt een goed idee om een opleiding vertaler-tolk te starten? Ze zou toch nooit in China geraken, wat moest met dat Chinees aanvangen? Ze gaat met haar handen door het haar en beseft dat ze dringend een keratine behandeling nodig heeft, maar ja, daar is nu geen geld voor zegt haar mama. Ze zit zwijgend en piekerend de sessie uit en verdwijnt zonder iemand dag te zeggen uit het lokaaltje. Ze springt op haar fiets – die zijn beste tijd heeft gehad – en gaat wat rondrijden in de stad. Mona heeft geen zin in deze avond, ze weet dat haar ouders hun best zullen doen om een maaltijd-alsof-er-niks-gebeurd-is te brouwen. Wellicht met een ovenschotel met geitenkaas en een zelfgehaakte muts als cadeau,voor de ‘solden’.

***

Joris Haering heeft actief deelgenomen aan de vergaderingen en komt enthousiast thuis. Hij mag de wijk Wondelgem-Zuid vertegenwoordigen in de stadsraad. In de marge van de vergadering heeft hij ook wat afspraken kunnen maken voor het inruilen van hondenbrokken voor zaden. Nogal wat mensen die een hond hadden verworven via de Neuromigratie hebben nu problemen om aan voldoende voer te komen. Daar heeft Joris handig gebruik van gemaakt. Als Joris het verhaal van zijn verkiezing en de hondenbrokkenruil thuis vertelt reageert Mona koeltjes. ‘Allez pa’ pruilt ze ‘kan je dan niet voor zorgen dat we wat extra krijgen, nu je mee aan de touwtjes trekt? Mijn fiets is versleten, ik ben al in maanden niet maar naar een welness kunnen gaan.’ Joris reageert fel, ‘nee, Mona, nee, je hebt het helemaal verkeerd begrepen, ik doe niet aan politiek voor mezelf en ook niet om jouw privileges te kunnen geven. Ik doe aan politiek om te kijken hoe we zo goed mogelijk kunnen zorgen voor alle mensen die in deze stad wonen.’ ‘Dat ontbrak er nog aan’ zucht Mona ‘een idealist in huis’.

***

Odette zit samen met Bart voor de computer. Ze proberen contact te krijgen met Ellen. ‘Ze moeten zo snel mogelijk naar hier komen’ zegt Odette ‘ik hoorde op de radio dat de Amerikanen elkaar aan het uitmoorden zijn.’

‘Je overdrijft toch een beetje mama’ probeert Bart te sussen, terwijl hij nog een poging doet via Skype contact te maken.

‘Overdrijven, overdrijven? Weet je hoeveel vuurwapens er zijn in Amerika? Ik heb gelezen dat er vierhonderd miljoen zijn! Vierhonderd miljoen pistolen, jachtgeweren, automatische geweren en wat weet ik nog allemaal. Dat is meer dan er inwoners zijn. Dus wat gebeurt er als iedereen honger heeft én een wapen? Dat is toch waanzin.’

Bart kan niet anders dan toegeven, maar wil er toch niet te veel op ingaan. ‘Weet je dat Britt nu ook meehelpt bij de winterwacht?’

‘Hier’ roept Bart, er is een signaal, de telefoon gaat over in Boston. Na enkele keren overgaan horen ze de stem van Ellen. Beeld is er niet, daarvoor is de verbinding te zwak.

‘Ellen, alles goed, en met Mare en Arwe, alles goed?’ Odette wil honderd vragen tegelijk stellen.

‘Dag broer, dag mama’ de stem van Ellen klinkt vermoeid. ‘We leven nog.’ Het klinkt minder luchtig dan het bedoeld is.

‘Ellen, zijn jullie veilig, we horen zoveel verontrustend nieuws uit Amerika?’

‘Het is inderdaad tricky. We horen regelmatig schoten. Een van onze buren is neergeschoten toen die op weg naar huis was met een zak rijst van vijf kilogram’. Ze pauzeert even. ‘De politie is nergens te zien. Op onregelmatige tijdstippen patrouilleert het leger.’

Odette barst bijna in tranen uit. ‘Kindje toch, kan je niet naar hier komen. Dit gaat toch niet zo, om zo te leven met twee kleine kinderen’.

‘Het gaat nog met Arwe en Mare, ze weten niet goed wat er aan de hand is. Ze blijven nu thuis, er zijn nog wat kinderen in ons gebouw. Met de andere bewoners van de flat werken we zo goed mogelijk samen om voor eten en voor elkaar te zorgen’.

Bart neemt het woord. ‘Ik heb wat onderzoek gedaan. Er is een manier om naar Europa te komen. Er is nog een beetje vrachtverkeer tussen de VS en Engeland. Vanuit Engeland vertrekt regelmatig een boot met aardappelen, wol en schapenvlees. Die komt dan terug met vaten benzine en meststoffen.’

‘Kunnen daar dan wel passagiers bij? Kinderen?’

‘Bij elke overtocht zijn er dertig plaatsen. Ze gaan naar mensen die humanitaire redenen kunnen inroepen en getest zijn op het virus. Ik denk dat jullie kans maken.  Het is wel niet goedkoop.’

‘Wij kunnen gerust mee helpen betalen’ roept Odette ‘ik heb nog heel wat spaargeld op mijn rekening’. Voor ze de zin beëindigd beseft Odette dat dit spaargeld er niet meer is. ‘We vinden er wel iets op. Ik kijk nog eens onder mijn matras’.

‘Je moet eerst een aanvraag doen’ zegt Bart ‘ik stuur je meteen alle info door, dan kan je het dossier samenstellen.’

‘Oké’ antwoordt Ellen ‘Ik zal eens nadenken hoe ik aan geld kan komen’. Er klinkt iets berustend in haar stem.

‘Hoe gaat het met John?’ vraagt Bart.

‘Voor zover ik weet is hij ok. Maar het lukt niet om een vlucht terug te nemen. Hij onderzoekt of hij met de jeep over land naar Noord-Afrika kan rijden.’ De stem van Ellen veert op. ‘Samen met twee collega’s willen ze een dezer dagen de trip vanuit Nigeria starten. Ze zijn volop bezig met de voorbereidingen. Voedsel en water inslaan, stopplaatsen onderweg uitzoeken. Het wordt niet evident de Sahara te doorkruisen, maar ze zien geen andere optie.’ Bart vult nog aan: ‘Ik las trouwens dat er nog steeds behoorlijk wat nucleaire fall-out is in die regio’. Hij heeft er meteen spijt van.

‘Ik bid elke dag dat hun reis goed verloopt en hij snel hier zal zijn’ zegt Odette.

‘Mama, jij bidden? Dat wist ik niet. Naar wie richt jij je gebeden dan?’

‘Elke dag een andere God, er zijn er genoeg. Dat maakt toch niks uit. Gewoon, ik bid dat jullie allen snel hier mogen zijn.’

‘Oke, laat maar. Als ik het goed begrijp willen ze binnen veertien dagen in Tunis zijn, en dan is het een kwestie van een boot te vinden richting Trapani, in Italië’

‘Regel jij ook maar zo snel mogelijk je overtocht’ zegt Bart. ‘We moeten afsluiten, de verbinding wordt zwakker’.

‘Doe heel veel groeten aan Arwe en Mare’ zegt Odette snel.

 ‘Zeker mama, als ze wakker worden morgenvroeg. Nu slapen ze als engeltjes’.

4 reacties op ‘II.II. kakken in mondmaskers

  1. nog 2 kleine foutjes:
    – “de Annemiek”
    – “Voor zover ik is hij ok”

    ik lees met plezier verder (maar zit wel nog wat achter, af en toe probeer ik een stuk te lezen…)

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s