Ik heb hier enkele weken geleden geschreven over Jorgen Randers en zijn boek ‘2052’. Dank zij een lange treinrit heen en terug van Gent naar Genk heb ik het boek nu helemaal uitgelezen en wil ik daar toch wel en ander over kwijt.
Het boek biedt een grondige studie van wat volgens Randers het meest waarschijnlijke pad is dat de mensheid zal kiezen de volgende 40 jaar. Hij doet dit met de nodige omzichtigheid én met zo veel mogelijk op modellen gebaseerde inschattingen. Hij combineert een hele reeks factoren (bevolking, energie, klimaat, economische groei, voedselproductie, …) en bekijkt hoe deze zullen evolueren en elkaar beïnvloeden. In tegenstelling tot het befaamde boek ‘grenzen aan de groei’ waar verschillende scenario’s worden voorgesteld probeert Randers hier tot één voorspelling te komen.
Vooreerst het goede nieuws. Volgens Randers stevenen we niet echt af op een totale ineenstorting. De bevolkingsgroei zal minder groot zijn dan wat we nu denken. Hij verwacht een piek van 8,1 miljard rond 2040 waarna de wereldbevolking stilaan zal dalen. Er zal globaal gezien nog economische groei zijn, maar veel minder dan de 3,5% die er gemiddeld was in de periode 1970 tot 2010. De voedselproductie zal toereikend blijven, al blijft het voedsel zeer ongelijk verdeeld. Randers ondersteunt de stelling dat de conventionele olie op zijn piek zit, maar wijst erop dat de gevolgen zullen meevallen omdat er steeds meer onconventionele fossiele brandstoffen zullen gebruikt worden (samen met meer hernieuwbare energie). En dit maakt dan weer dat we wellicht rond 2050 de drempel van de 450 ppm CO2-equivalenten zullen bereikt hebben. Wat wil zeggen dat de gemiddelde opwarming van 2° rond die tijd zal bereikt zijn. Ondertussen ben ik blijkbaar bij het slechte nieuws beland.
Hoe ziet de wereld er dan uit in 2052? Nog steeds zowat 3 miljard mensen zullen leven in armoede en ellende, het vraagstuk van de ongelijkheid zal nauwelijks zijn aangepakt. Er ontstaat wel een nieuwe groep van bijna 4 miljard (China en een tiental andere groeilanden) waar de levensstandaard flink is opgekrikt. De miljard mensen die nu in de rijke geïndustrialiseerde landen leven zullen er de niet meteen op vooruitgaan. Randers gaat er van uit de volgende veertig jaar de inkomens en de koopkracht bij ons niet zullen stijgen, eerder zelfs verminderen. Ook al omdat steeds meer geld zal nodig zijn om de gevolgen van klimaatverandering aan te pakken en de overschakeling naar hernieuwbare energie te realiseren.
In het boek klinkt flink wat teleurstelling omdat er voor alle problemen oplossingen voorhanden zijn, maar de mensheid er niet zal in slagen de daadkracht te tonen om ze ook te implementeren. Dit omdat zowel de politiek als het economisch model in teken staan van korte-termijn denken. Met als gevolg dat er een serieus risico is dat de tweede helft van deze eeuw nog een pak dramatischer wordt als de feedback mechanismen in de klimaatverandering beginnen te spelen. Hoewel dit volgens Randers kantje boord zal zijn, want de CO2 uitstoot zal wel dalen maar pas vanaf 2030 en trager dan zou moeten. Kortom geen ineenstorting, maar een eeuw met veel schokken en ellende.
In laatste stuk heeft hij nog wat advies over hoe we nu kunnen omgaan met deze te verwachten toekomst. Maar dit hou ik voor morgen.
2 reacties op ‘een lange slechte weg voor de boeg’