Vandaag was ik erbij op het de reflectie en actiedag ‘van denken naar doen’ in het Stuk in Leuven. Actoren uit zowel de kunstensector als het brede socio-culturele veld kwamen samen om na te denken over de rol van de sector in de noodzakelijke transitie naar een meer duurzame en rechtvaardige samenleving. Met meer dan 200 mensen in elk geval een grote opkomst van een heterogene groep, wat op zich al hoopgevend is.
Eerst kwam de introductie van Peter Tom Jones over het de ernst van het klimaat-probleem en het belang een bottom-up benadering van Transitie (ook al omdat hij kon melden wat iedereen al ongeveer wist, de klimaattop in Durban zal opnieuw geen akkoord opleveren). De presentatie van Peter Tom, met weer wat nieuwe cijfers en rapporten kan je trouwens hier bekijken. Daarna kwam Guy Gypens van het kaaitheater een visie tekst voorstellen over de mogelijke rol van de kunstensector met een aantal doelstellingen voor de volgende jaren. Dan waren er tien workshops waarin goede praktijken werden voorgesteld. Eentje ervan is het ‘Jonge Sla’ project waar ik zelf ook aan meewerk. Via dit project bieden we een hele reeks instrumenten en methodieken aan om de kunstensector te ondersteunen in de zoektocht naar een meer duurzame kunstenpraktijk.
Na de middag waren er dan een hele reeks workshops rond diverse onderwerpen. Naast de klassieke thema’s voor de kunstensector zoals mobiliteit, verlichting en materiaalgebruik voor decors, was er ook een interessante groep rond communicatie. In feite begon de groep over communicatie maar eindigde in een gesprek over innerlijke transitie en zingeving. De vraag was een beetje hoe zorgen we ervoor dat iedereen de klik gaat maken en zijn/haar gedrag gaat afstemmen op de ecologische uitdagingen waarvoor we staan. Welk nieuw verhaal kunnen we gaan vertellen om iedereen mee te krijgen?
Gaandeweg het gesprek is echter duidelijk geworden dat deze ‘missionering’ ook niet werkt. Je kan mensen niet ‘dwingen’ tot ander gedrag met rationale argumenten, maar ook niet met doemscenario’s en zelfs financiële straffen of beloningen lijken nauwelijks te helpen. En dus ging het gesprek meer en meer over innerlijke verandering en verbondenheid. We zullen niet 1 verhaal moeten vertellen, maar iedereen kan zijn eigen verhaal vertellen. En als we willen dat de anderen (de vervuilende consumenten met hun grote 4×4 bijvoorbeeld) naar ons luisteren zullen wij eerst naar hen moeten luisteren. Andere kernbegrippen die naar boven kwamen waren verbondenheid en verbinding maken. Samen een verhaal maken over het ‘goede leven’ én beseffen dat we dit enkel samen kunnen doen.
Klinkt misschien een beetje wollig, maar naar mijn gevoel is dit wel de doorbraak die we nodig hebben. Naast nadenken over zuinig LED-verlichting en transport met een koolzaadvrachtwagens zijn dit het soort gesprekken die we overal moeten voeren om tot verandering te komen. Thuis aan de keukentafel, evengoed aan het koffie-machien op het werk of in de wachtrij aan de supermarkt. Een boeiende uitdaging. Tot slot nog een uitspraak die viel: ‘iedereen is een kunstenaar’. Aan de slag dus maar zou ik zeggen.
Ik denk dat verschillende doelgroepen allemaal door andere boodschappen of aanpakken aangesproken worden. Ik kan me voorstellen dat kunstenaars de zaak meer gevoelsmatig aanpakken. Anderen zijn meer rationeel ingesteld en kunnen wel door rationele argumenten overtuigd worden. Ik reken mezelf tot de laatste groep.
Zoals veel dingen zal het een “en/en scenario” moeten worden en niet een “of/of scenario”.
Ik ben optimistich over de toekomst, en dat vooral omdat het (begin van een) ecologisch bewustzijn doorgedrongen is in het gemeenschappelijk denken. Bewijs hiervan is het gebruik (of misbruik) van ecologische argumenten in marketing en dergelijke.
LikeLike