Voor het socius magazine mocht ik een column schrijven naar aanleiding van de trefdag rond rechtvaardige duurzaamheid . Het is een pleidooi tegen duurzaamheid geworden.
Rechtvaardige duurzaamheid. Is dat niet een contradictio in terminis? Als duurzaamheid écht zou zijn, namelijk een eeuwigdurend evenwicht tussen mens, planeet en economie dan is die toch per definitie rechtvaardig?
Op naar regeneratief sociaal-cultureel werk
Aangezien we het nodig vinden rechtvaardig als voorzetsel te gebruiken is het duidelijk dat er veel mis is met die term. Sta me toe eerst even daarover mijn hart te luchten. Wat mij betreft is ‘duurzaam’ het meest misbruikte, uitgemolken, nietszeggende en overroepen woord van onze tijd. Alle bedrijven vinden dat ze duurzaam zijn, alle overheden gebruiken het woord te pas en vooral te onpas. Coca-Cola flesjes zijn duurzaam, Formule-1 is duurzaam, de luchthaven in Deurne is duurzaam. Kijk maar even op hun websites.
Je kan eenvoudig nagaan hoe vaak bepaalde woorden gebruikt worden in de vele miljoenen boeken die door Google gedigitaliseerd zijn. De curve van ‘sustainable’ lijkt verdacht veel op de stijgende lijn van de CO2-concentraties. Diezelfde exponentiële groei zien we bij het verdwijnen van soorten, de concentratie van geld bij een kleine groep of de toename van depressie en burn-out. Het lijkt erop dat het woord duurzaam vooral gebruikt wordt om verder te gaan met onze destructieve praktijken.
De vaststelling dat het concept ‘duurzaam’ zo liefdevol wordt omarmd door allen die aan de knoppen zitten van ons economisch groeimodel zou op zijn minst argwaan moeten wekken. Zolang iedereen beweert te werken aan duurzaamheid kunnen vragen over de noodzakelijke systeemveranderingen onder de mat geveegd worden. Ja hoor, we zijn er mee bezig, we hebben een duurzaamheidsplan!
De meerderheid van alle menselijke economische activiteiten is tot op vandaag degeneratief. Er worden ecosystemen verwoest, eindige grondstoffen verbruikt en een hoop schadelijke stoffen gedumpt. Ook een elektrische wagen, een stukje bio-vlees of eco-katoen heeft nog altijd impact, al is het minder dan de gewone auto, het industriële vlees en de fast fashion. Het beperken van de schade – wat nu de feitelijke invulling van duurzaamheid is – kan een beetje tijdswinst opleveren, maar lost het fundamenteel probleem niet op.
Dat is misschien al een eerste opdracht voor het middenveld. Het doorprikken van de vele
duurzaamheidspraatjes en het wijzen op de onderliggende schadelijke praktijken. Als we in het
sociaal-cultureel werk zelf de term gebruiken laat ons dan niet meedoen met de newtalk. Als we het echt menen met een radicale omslag naar een mens- en natuurvriendelijk model dan zullen we duurzaamheid straffer moeten invullen. Misschien kunnen we ook wat andere woorden gebruiken. Woorden bijvoorbeeld die de machthebbers en multinationals wat ongemakkelijk op de stoel doen schuiven. Hier enkele voorstellen.
Regeneratief
De uitdaging is processen en producten te ontwikkelen die herstellen. De bodem, de atmosfeer, onze oceanen maar ook het onderling vertrouwen zijn zwaar aangetast door zestig jaar consumentisme. In de landbouw zijn steeds meer regeneratieve methodes in voege, zoals permacultuur en agro-ecologie. Ze werken samen met de natuur en verrijken de bodem in plaats van die uit te putten. Misschien kunnen ze een inspiratie zijn om onze organisaties regeneratief te maken? Dat wil zeggen: kijken hoe de natuur functioneert en daarvan leren. Zorgen dat bij alles wat we doen er zowel sociaal als ecologisch meerwaarde wordt gecreëerd. Een organisatiecultuur waar mensen openbloeien in plaats van uitdoven. Waar vrijwilligers en leden mee de doelen en acties bepalen en hun talenten optimaal kunnen inzetten. Activiteiten die gemeenschappen en leefomgeving beter maken. Dus niet alles opofferen aan ‘efficiëntie’ en ‘registratie’, maar veel ruimte bieden voor experiment, diversiteit en creativiteit.
Sufficiëntie
De nachtmerrie van veel marketeers; mensen die vinden dat ze genoeg hebben. Een grotere televisie, nog meer reizen, spulletjes en kicks? Nee, dank u. Ook politici hebben een heilige angst voor het genoeg. We hebben tijdens de coronaperiode vaak genoeg gehoord dat de economie moet blijven draaien, hoe erg het virus ook toeslaat! Nochtans is sufficiëntie de sleutel als we echt naar een rechtvaardige verdeling streven. De helft van alle broeikasgassen wordt uitgestoten door de tien procent rijksten van de wereldbevolking. U en ik horen daar wellicht ook bij. Als we niet bereid zijn wat in te boeten op onze gulzige levensstijl zal er niet veel terechtkomen van rechtvaardigheid. Goed nieuws, ik leef al meer dan een decennium met een voetafdruk die driekwart minder is dan die van de gemiddelde Belg. Ik kan u melden, ik heb een kwalitatief en vervuld leven! Met meer dan genoeg.
Biocentrisme
Samen met ons dolgedraaide groei-economie zie ik nog een grondoorzaak voor de afbrokkeling van het sociaal en ecologisch weefsel. In een paar eeuwen tijd zijn we totaal vervreemd geraakt van de natuur. We denken dat we beter en slimmer zijn dan de ecosystemen, waarvan sommige al drie miljard jaar geleden zijn ontstaan. Onze antropocentrische kijk maakt het mogelijk dat we achteloos oerbossen kappen, bodems kapot maken en miljarden dieren laten lijden in de vleesindustrie. Als we een kans willen maken om te overleven op deze planeet zullen we het leven waarvan we afhankelijk zijn weer moeten omarmen en liefhebben. Misschien kan het middenveld daar een rol in spelen. Veel inspiratie is hiervoor te vinden in de ‘actieve hoop’ methodieken van Joanna Macy. Met het ‘Werk dat weer verbindt’ ontwikkelde ze een krachtige ervaringsgerichte methodiek die steunt op recente wetenschappelijke inzichten uit de systeemtheorie, ecopsychologie en gedragswetenschappen.
Ander narratief
Ik besef dat regeneratief, sufficiëntie en biocentrisme woorden zijn die vooral ingewikkeld en elitair klinken. De uitdaging is dus verhalen vertellen die een aantrekkelijk beeld schetsen van een wereld in evenwicht, waar kwaliteit belangrijker is dan kwantiteit. Waar samenwerken het wint van competitie. Waar een langetermijnvisie meer gewicht in de schaal werpt dan het kortetermijnbelang. Leven met genoeg, in balans met de natuur, met liefde voor al wat leeft. Uiteindelijk zal het komende decennium overheerst worden door toenemende klimaatchaos en maatschappelijke ontwrichting. Het woord duurzaamheid nog wat meer gebruiken zal niet helpen. Kiezen voor een radicaal andere aanpak misschien wel. Regeneratief sociaal-cultureel werk kan daarin een sleutelrol spelen.
(Je kan hier het volledige magazine lezen)
In mijn boek ‘Weg van mobiliteit’ stelde ik ook al vast dat het woord ‘duurzaamheid’ systematisch misbruikt wordt en weinig duurzaam is gebleken. Mijn voorstel was om in het vervolg het (wat mij betreft) mooie, nog niet versleten of uitgeholde Zuid-Afrikaanse woord ‘volhoudbaarheid’ te gebruiken.
LikeGeliked door 1 persoon