In vorig stukje is duidelijk gebleken dat er heel wat verschillende mogelijke risico’s zijn. Het is praktisch niet mogelijk om je op elk ervan voor te bereiden. Dit is ook niet wenselijk, precies omdat er zoveel onzekerheid bij komt kijken. Om toch wat zinnige voorbereidingen te kunnen treffen is de techniek van scenario-planning best handig.
Het is Pierre Wack die als eerste deze methodiek bedacht en implementeerde bij Shell. Zes maanden voor de eerste oliecrisis in 1973 had het bedrijf dankzij Wack al een aantal noodplannen op zak, waardoor ze sneller konden reageren. Of deze man ook de rechtzaak tegen Shell in een scenario had opgenomen weet ik niet.
Als we naar de toekomst kijken is het aantal variabelen zo goed als oneindig. Onderstaand schema maakt dit misschien duidelijk. Het selecteren van de meest relevante is een onderdeel van het scenario plannen.

Het doel van scenarioplanning is het verbeelden van een aantal mogelijke scenario’s. Deze moeten voldoen aan enkele criteria. Zo moet een toekomstscenario voldoende uitdagend en origineel zijn. Voorspellen dat mensen meer online gaan kopen is dat niet. Een scenario waarin de helft van de winkels sluiten is al spannender. Of een scenario waarbij door hackers online shoppen niet meer kan nog meer. De kernelementen van je scenario moeten ook relevant zijn. Het heeft niet veel zin te speculeren over de aangroei van de Panda populatie in China en de impact ervan op ons leven. Het verdwijnen van de bijen is een meer zinvolle oefening. Je toekomstscenario is best ook plausibel. De landing van marsmannetjes in een toekomstscenario is weinig waarschijnlijk, al kunnen van de pot gerukte scenario’s toch interessante info opleveren. Ten slotte – en dat is het moeilijkste – zijn je scenario’s bij voorkeur waardenvrij. Je moet niet uitgaan van wat jij prettig zou vinden, maar van wat waarschijnlijk is. (In Amor Mundi heb ik een scenario geschreven met een mix van wat waarschijnlijk is en wat ik prettig zou vinden. Dat is de dichterlijke vrijheid van de auteur.)
De scenario’s zijn best gekoppeld aan een tijdshorizon. Meestal gaat het om 5 tot 10 jaar, want de onzekerheid wordt groter naarmate je verder in de tijd kijkt. Je maakt dan een lijst met onzekerheden en trends. Inspiratie daarvoor komt van het stuk over risico-analyse. Ik som een aantal mogelijkheden op (voor West-Europa, tijdens dit decennium).
- langdurige hittegolven en droogte
- regelmatig uitvallen van de stroom (en internet)
- verdere polarisering van de samenleving en de installatie van een rechts regime (zoals in Polen of Hongarije)
- regenbommen en overstromingen
- machtstoename bij kleine groep tech-bedrijven
- steeds meer coöperaties en burgerinitiatieven die economische activiteiten opstarten
- een pandemie zet de economie on hold (ha, dat kennen we al!)
- sociale zekerheid wordt onbetaalbaar door een combinatie van langer leven, medische kosten en toenname van aantal klimaatvluchtelingen
- een grote beurscrash zorgt dat veel mensen hun job verliezen en de overheid nog meer schulden maakt
Met deze elementen kan je dan scenario’s gaan opstellen. Dit door twee of meer elementen te combineren.
Stel je een samenleving voor met steeds meer extreem weer en een extreem rechts regime? Of hoe ziet de combinatie eruit van een sterke coöperatieve sector en een sociale zekerheid die afbrokkelt? Of een evolutie waarin tech-bedrijven steeds meer macht hebben in combinatie met extreem weer? Of een nieuwe pandemie samen met extreem weer en toenemende polarisatie?
Ik geef toe, het kan enigsinds beangstigend zijn dit soort oefeningen te doen. Eigenlijk willen we daar niet over nadenken. Deze scenario’s zijn echter niet het doel maar een middel. Want dan ga je kijken welke vaardigheden en hulpbronnen nodig zijn binnen deze scenario’s. De voorbeelden hieronder maken duidelijk dat volgende zaken belangrijk zijn:
- goede kennis van lokale alternatieven (voedsel, energie, delen,…)
- zeker mate van zelfredzaamheid (minder afhankelijk zijn van kwetsbare systemen)
- tevreden kunnen zijn met minder
- bepaalde spullen in huis hebben
- je organiseren met de mensen in je straat/buurt
- nadenken over back-up systemen (water, energie, voedsel,…)
- kunnen omgaan met verlies
- humor en relativeringsvermogen
Interessant is daarbij dat veel van deze acties niet enkel goed zijn om je veerkracht te versterken, maar tegelijk helpen om de uitstoot te verkleinen. Win-win dus.
Vanaf maandag ga ik dit allemaal wat concreter maken. Dan gaat het eerst over toekomstvaardigheden.
Die scenario’s boezemen me inderdaad angst in. Stel je voor: meer extreem weer en meer extreem rechtse beleidsorganisaties. Daar komt regelrechte oorlog van. Ik ga me vasthouden aan de hulpbronnen en vaardigheden die je voorstelt. Da’s de wereld waarin ik wil leven.
LikeLike
…en dàn ben ik toch wel blij met mijn leeftijd, 66j….wat ga ik nog allemaal meemaken in dit leven en wat kan ik nog bijdragen…Het is zo gemakkelijk om te zeggen dat de jeugd het maar moet doen he!
Maar ik hou mijn hart wel vast…
Raar is dat we allemaal een overlevingsdrang hebben als zijnde een stukje natuur; enerzijds is de wereld beter af zonder ons, maar anderzijds… En als we zo voortdoen gaat er zelfs geen Moeder Aarde meer zijn na ons: Dàt vind ik pas erg!! En weten dat er nog mensen zijn die hun kop in het zand steken…
Dus senioren, we hebben meer tijd dan de werkenden, laat ons voort het voorbeeld geven en durven vernieuwen in gedragspatronen!
LikeLike