II.XI. welkom in Zeeuws-Volvo


(Lees hier de start van het verhaal. Klik hier voor het personenregister)

De West-Vlamingen hebben er wat moeite mee. Ze zijn niet langer de grootste groep inwijkelingen in Gent, die rol nemen de Nederlanders met brio over. Hun verhuis verloopt zelfs een stuk vlotter dan die van onze befaamde mars-reizigers. Toen hun raket de lucht in schoot was ik een van hun grootste fans. Maar het duurde niet lang voor ik het besluit nam dat ik in geen geval astronaut wou worden. Dan nog liever kippenboer. Als zoon van een belangrijke madam in de stad was ik aanwezig op een aantal cruciale momenten. Zo leerde ik op mijn vijfde al een en ander over landeigendom. Nog goed nieuws, de lijst van Belgische koningen heb ik nooit van buiten moeten leren.

Maandag 19 augustus 2030 – 415,57 ppm

De eerste Zeeuwse vluchtelingen mogen hun intrek nemen in hun nieuwe woning. De voormalige hallen van Volvo in Gent staan nog vol kartonnen tentjes. Daarop en daartussen hangen kleren en handdoeken te drogen. Kinderen lopen heen en weer. Er hangt een damp van pompoensoep, gemaakt in gigantische kookpotten. Nog enkele weken en dan zullen alle magazijnrekken zijn gedemonteerd en kan de nieuwe wijk in gebruik genomen worden. Op de gigantische parkings waar vroeger spiksplinternieuwe wagens stonden te wachten op ontscheping staan al honderden nieuwe huisjes, in diverse staat van afwerking. Vele tientallen mannen en vrouwen zijn druk in de weer om de woningen op te bouwen. De magazijnrekken dienen als basisstructuur, die worden dan opgevuld met paletten en langs binnen en buiten afgewerkt met plaathout. De wanden worden geïsoleerd met de vulling van de duizenden nieuwe autozetels die nutteloos zijn geworden. Elke woning krijgt een eenvoudige rocket-stove, een waterpunt en een kleine maar degelijke elektrisch installatie op 12 volt. De autolichtjes zijn prima geschikt hiervoor. De helft van de huizen krijgt een groendak, de andere helft zonnepanelen. Het kost een ploeg van zes mensen een week om de woning op te trekken. Dan mogen de toekomstige bewoners de inrichting en afwerking voor hun rekening nemen. Er wordt creatief omgesprongen met de aanwezige materialen zoals autovelgen en ramen, batterijen, airbags en veiligheidsriemen. Nog voor de winter start zal hier een nieuw stadsdeel verschijnen. De bijna zevenhonderd zelfgebouwde woningen bieden onderdak aan ruim drieduizend mensen. In de hallen zelf zijn volkskeukens, wassalons, ateliers, sanitair, crèches, scholen en een wijkgezondheidscentrum onderbracht.  Op de daken ontstaat de grootste dak-akker van West-Europa. De nieuwe wijk krijgt ‘Zeeuws-Volvo’ als naam en zal later een trekpleister worden voor post-ramptoeristen.

***

Het nieuws dat ons bereikt vanop Mars is steeds ellendiger. De euforie was groot toen in november 2029 de zeven marsreizigers vertrokken. Opnieuw een bewijs dat de mensheid tot grootste dingen in staat is. Niet onbelangrijk in deze donkere jaren. Verschillende zendingen met materiaal en robots waren hen voorafgegaan. Alles stond klaar om een eerste kleine permanent bewoonbare basis te bouwen. De tocht van bijna zes maanden verliep voorspoedig, al was het maar omdat de ruimtereizigers 18 uur per dag sliepen. Om krachten te sparen en elkaar niet te veel op de heupen te werken in de piepkleine capsule. De dagelijkse live uitzendingen van de reis lokten minder kijkers dan verwacht, maar het consortium van commerciële zenders was er zeker van dat éénmaal de ploeg op Mars aankwam de kijkcijfers de hoogte in zouden schieten. Dat moest, want de hele missie was gefinancierd door de verwachte reclame-inkomsten. De eerste weken waren behoorlijk boeiend. De landingscapsule die niet helemaal op de juiste plaats terechtkwam en daardoor in een helling van dertig graden kwam te staan. Dit leverde heel wat hilarische taferelen op voor de kijkers thuis. De eerste inspectiewandeling van de twee astronauten toonde adembenemende beelden van het Marslandschap. Ook adembenemend was om te zien hoe een van de drie door robots opgeblazen domes ging lekken. De pogingen om voedsel te kweken op de aangevoerde substraten viel wat tegen. Het programma ‘groene vingers op de rode planeet’ was vooral een aanéénschakeling van mislukkingen met miezerige slaplantjes en sojascheuten die weigerden groter te worden dan twee centimeter. De jongste van de Marsreizigers, een ambitieuze Pool begon paniekaanvallen te krijgen. De groeiende angst en het heimwee van de anderen werd zo weinig mogelijk in beeld gebracht. Een jaar na de lancering overleed de eerste van de zeven Marsianen. Volgens de officiële rapporten door een orgaanfalen. Op internet deden verhalen de ronde van een eerste buitenaardse zelfdoding. De zes overblijvers slaagden erin te overleven, al moesten ze nog steeds overnachten in hun scheefstaande landingscapsule. Het plan was dat een tweede groep anderhalf jaar later zou landen, maar ondertussen hadden de meeste kandidaten zich teruggetrokken. Zodat de tweede missie vooral bestond uit water en voedsel en enkele nieuwe opblaasmodules die het wel deden. De derde missie werd afgelast omdat er door de tegenvallende kijkcijfers niet genoeg geld was.

De kers op de taart van het hele programma moest de eerste ruimtebaby worden. Zorgvuldige selectie van de deelnemers aan de missie had ervoor gezorgd dat de drie paartjes van mannen en vrouwen tot de meest vruchtbare van de soort konden gerekend worden. Met geavanceerde technieken was alles in het werk gesteld om de conceptie vlot te laten verlopen. De kijkers konden het live-volgen, zij het een beetje wazig, wat in de kritische media aanleiding gaf tot grapjes over flauwe ruimteporno. Het leek eerst te lukken, bijna elke geplande coïtus leidde tot een bevruchting. Maar om onbekende redenen werd geen enkele van de embryo’s ouder dan vijf weken. De hoop en de droom van de mensheid om de Aarde te verlaten en andere planeten te bevolken kreeg een flinke knauw. Zeker omdat een reis naar de dichtstbijzijnde expoplaneet, de Proxima B, geschat werd op zeventienduizend jaar. Bart merkte dat zijn leerlingen het idee van met zijn allen te verhuizen naar een andere planeet niet meer zo hartstochtelijk verdedigden als enkele jaren terug.

***

Bart zit met Arwe en Mare in de binnentuin van cohousing Biotope aan het Bijgaardenpark. Omdat de privéruimte van het gezin slecht zeventig vierkante meter is gebruiken ze vaak de gemeenschappelijke ruimtes en de binnentuin. De jonge fruitbomen geven net genoeg schaduw om voor enige verkoeling te zorgen. John komt naar buiten met een grote kan gekoeld sap, mét ijsblokjes. ‘Ellen zal binnen een uurtje hier zijn’ zegt hij en hij schenkt een groot glas in voor Bart.  ‘Heerlijk, bedankt.’ John heeft zijn kinderen elk een grote beker. Arwe is zoals gewoonlijk kunstjes aan het doen, en loopt op zijn handen rond de tafel. John lacht even. ‘Tja sinds onze tocht in de woestijn kan ik een koel drankje nog meer appreciëren, het scheelde geen haar en ik was nooit in Gent geraakt’. ‘Dat weet ik zegt Bart’, hij moet even hoesten, ‘en dat je zus met de kinderen de overtocht kon maken was ook al een klein wonder’. ‘We hebben gewoon ontzettend veel geluk gehad’ John monstert aandachtig het gezicht van zijn schoonbroer. ‘We hebben nog meer geluk gehad. Dat we uiteindelijk ons plekje kregen in deze cohousing, dat ik aan de slag kon in het wijkgezondheidscentrum hier…’. Bart gaat nog heviger hoesten, zijn hele lichaam schokt terwijl hij zijn hand voor zijn mond houdt. Arwe staat terug met zijn voeten op de grond, Mare neemt de arm van haar grote broer vast. ‘Nonkel Bart, stop alstublieft, dit is niet leuk.’ Zegt het elfjarige meisje. Maar Bart kan niet stoppen. Hij is een van de vele duizenden zogenaamde NOX-slachtoffers. Bijna de helft van de bevolking in Vlaanderen heeft ademhalingsproblemen door het jarenlang inademen van te veel fijn stof. Vooral een gevolg van de politieke beslissingen om dieselwagens te promoten en een systeem van salariswagens in te voeren. Vandaag is er in de Gentse stadsregio een totaalverbod op wagens met verbrandingsmotoren, de gevolgen zijn nog steeds immens. John neemt Bart mee naar binnen. ‘Arwe en Mare, blijven jullie hier? Ik moet nonkel Bart even laten aërosollen, dat is hij binnen een half uurtje weer beter. De kinderen knikken. Ze kennen dit fenomeen maar al te goed, want ook zij moeten een paar keer per week aan het toestel.

***

Mona en Apple hebben hun eigen stekje ingericht in de garage van de grote woning in Wondelgem. De garagepoort is vervangen door een glazen wand, de slaapkamer is ingericht onder het zadeldak.  Vanavond zullen ze opnieuw met de ouders van Mona samen eten.  Mona is in de weer met het wassen van groenten. Haar vader praat honderduit over de stedelijke voedselstrategie, waar hij een van de trekkers is van geworden. ‘De grote vraag Mona, is of we onze landbouw kunnen volhouden zonder dierlijke mest, want je weet dat er nauwelijks nog dieren gekweekt worden voor menselijke consumptie.’ ‘Ja papa, dat weet ik ‘, ze spoelt de aarde van de groenten met een dun straaltje regenwater. ‘Ik ben nog niet vergeten wat er met de paarden is gebeurd.’ Joris wil niet te lang stilstaan bij deze pijnlijke episode en gaat meteen door. ‘Juist, ja, maar je weet dat de universiteit een installatie heeft opgestart om menselijke uitwerpselen te kunnen inzetten in de landbouw. Dit blijkt zo goed te werken dat we dit nu op grote schaal zullen toepassen.’ Mona begint de jonge prei en de boerenkool in stukken te snijden. ‘Ah, wil dit zeggen dat de onze behoefte moeten gaan doen in de stadstuinen?’. ‘Maar nee, Monaatje’ roept Joris ‘er komen overal kleine biogas installaties, toiletten worden wijk per wijk omgebouwd tot composttoiletten.’  Apple komt de keuken binnengelopen. Hij kust Mona in de nek en mengt zich meteen in het gesprek. ‘Joris, heb je het over de ‘Gentshit’, het project dat van kak meststof en energie zal maken?’  ‘Dag Apple, weet je dat we het oude gasleidingnet kunnen gebruiken om elk gezin tot twee uur per dag van biogas te voorzien?’ ‘En als iedereen bruine bonen eet misschien zelfs drie uur’ zegt Mona, terwijl ze de groenten in de wok gooit. Haar vader gaat onverstoorbaar verder. ‘En van de urine kunnen we meststoffen maken voor de bio landbouw!’ Hij klinkt als een kleine jongen die net ontdekt heeft hoe je een diabolo kan opgooien en terug opvangen. ‘Ja’ zegt Apple, en zeggen dat ik me die systemen nog herinner van ons dorp, toen ik nog kind was. Al deden we het toen met de keutels van schapen’. 

***

Ik zit tussen Bloem en Kribbe op de eerste rij. Bloem is dertien en probeert zo ongeïnteresseerd mogelijk te kijken. Kribbe doet haar puberende zusje na, hoewel ze net als ik blinkt van trots als onze mama naar voren komt. Vandaag zal Parvanah officieel aankondigen dat Gent als eerste stad van het land de ‘reclaim the land’ vordering uitschrijft. In vele Zuid-Amerikaanse regio’s was het model al enkele jaren uitgetest, ook in Tsjechië en Noorwegen waren enkele experimenten op dorpsniveau gekend. Het uitgangspunt is eenvoudig, grond kan niet toebehoren aan een persoon, noch aan een organisatie of een bedrijf. Grond wordt beheerd door de gemeenschap en kan ter beschikking gesteld worden, maar steeds tijdelijk. Het besluit van de stad Gent is eenvoudig, vanaf 1 januari 2031 zal alle grond op het grondgebied van de stadsregio per definitie bezit worden van de gemeenschap, een gemeenschap die vertegenwoordigd wordt door de democratisch gekozen stadsraad. Jarenlang is er rond dit thema campagne gevoerd. Met ontelbare infovergaderingen, websites en brochures werd aan de bezorgde huiseigenaar uitgelegd dat dit besluit op termijn iedereen ten goede zou komen. Er werden heel wat flankerende maatregelen genomen om de overgang zo vlot mogelijk te laten verlopen. Iedereen die eigenaar was van een stuk grond kon zelf kiezen hoe lang hij of zij gebruiksrecht van de grond wou behouden. Hoe langer het gebruiksrecht hoe lager de vergoeding van de stad, met een maximum van 50 jaar.  Ik begrijp weinig van de uitleg van mijn mama, maar wel dat dit over een belangrijke zaak gaat. In de grote zaal zitten honderden mensen. Er zijn verschillende journalisten en enkele camera’s. Het is even schrikken als plots een boze mevrouw op mijn mama komt aangestormd. ‘Vuile communisten, jullie pakken af waar ik en mijn hele familie eeuwen voor gewerkt hebben. Het is een schande, dit zullen we niet laten gebeuren’. De dame blijkt een telg te zijn uit een oude adellijke familie in Destelbergen. Ze staan op het punt staat een kasteeltje met parktuin kwijt te spelen. De woedende dame wordt door enkele omstaanders voorzichtig naar de kant gemanoeuvreerd. Ik begrijp dat niet iedereen blij is met wat mijn mama net heeft aangekondigd.

***

Dezelfde avond is er een kleine plechtigheid aan het Federaal parlement in Brussel. De staat België wordt officieel ontbonden. De timing is wat sneu, want het kleine landje aan de Noordzee komt precies 45 dagen tekort om 200 jaar te worden. Maar het lukt niet meer. De voorbije vier jaar waren er drie verkiezingen en is het niet meer gelukt een regering te vormen. Elke formatiepoging kelderde door een perslek, een veto, een persoonlijke gevoeligheid of een plotse principiële kwestie. Er was geen leiderschap meer, alleen nog angst. Het dichtst in de buurt van een regering kwamen de jongerenvoorzitters van alle partijen na een week onderhandelen op een afgelegen boot. Hun voorstel is door de partijbesturen afgeschoten, want ‘ze hadden geen mandaat om een regering te vormen’.

De jonge Elisabeth Van België is twee jaar geleden koningin geworden na de onverwachte dood van haar vader. Je zou bijna denken dat ze opgelucht is als ze de ceremonie afrondt met de woorden: ‘Voila, dat was het dan, tijd voor iets anders en beters.’ De jaren daarop zal deze jonge vrouw zich ontpoppen tot een choreografe met internationaal faam.

De snelle opkomst van machtige stadsregio’s zorgt ervoor dat natiestaten op verschillende plaatsen in de wereld afbrokkelen of imploderen. Zo ook hier. Nadat de Belgische staatsschuld in rook is opgegaan waren er weinig redenen om deze structuur in stand te houden. Het afscheidingsakkoord dat de gewesten hebben opgesteld is bijzonder vaag. De bottom-line is: trek uw plan. Voor de Vlaams-nationalisten is het einde van België echter een Pyrrusoverwinning. Door de snelle evolutie van de stadsregio’s zal de Vlaamse natiestaat nooit een realiteit worden. Brussel vormt met Leuven, Mechelen, Nijvel, Waver, een stuk van het voormalige Limburg en een deel van de vroegere provincie Luik een grote kosmopolitische regio. Op het grondgebied van Vlaanderen speelt de stadsregio Gent een hoofdrol, zeker nu ook Brugge en een stuk van Zeeuws-Vlaanderen zich hebben aangesloten. De kleinere regio Antwerpen en de Noordrand zal zichzelf omdopen tot Vlaanderland, maar uiteindelijk verkommeren tot een wat achtergebleven gebied. Zuid-West-Vlaanderen sluit zich aan bij de stadsregio Lille. De Groeningekouter, het slagveld van de Guldensporenslag ligt terug in een tweetalige Frans-Nederlandse regio. Kortom België bestaat niet meer, Vlaanderen bestaat niet meer. Het zijn nu de stadregio’s met redelijk volatiele grenzen die de belangrijkste lokale autoriteit vormen. Het kan Anne Teresa De Keersmaeker niet veel schelen. Ze is vooral blij dat haar opvolging verzekerd is.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s