Gisterenavond ging het over nieuwe systemen, een actueel thema nu de oude systemen steeds meer in hun voegen kraken. In kader van het Springcafé van Timelab was er een flinke opkomst voor deze voorstelling van vier alternatieve systemen. Intrigerend is het minste wat je kan zeggen over het verhaal van Kate Rich die als kunstenaar en handelaar een eigen handelssysteem heeft opgezet. Daarbij heeft ze een dertigtal producten die via sociale netwerken de hele wereld rondreizen. Ze noemt het zelf een ‘zeker niet op tijd systeem’. Als je bijvoorbeeld thee uit Bangladesh bestelt moet je wachten tot er reizigers zijn die (een deel van) de route afleggen. Kate Rich organiseert dus geen transporten, maar gaat de goederen meegeven met reizigers die de trip toch maken. Ze brengt ook helemaal in kaart welke weg een product aflegt, en ook de kostenstructuur is in detail terug te vinden. Tenslotte krijg je ook verhalen van de reis van het product. Omdat alle tussen stapjes in een database worden bijgehouden worden de trajecten en netwerken ook zichtbaar. Het kaartje hiernaast toont bijvoorbeeld alle transacties die langs Brussel Zuid zijn gelopen. Kate kan niet leven van deze handel, en heeft ook geen ambitie om dit op grote schaal te doen, maar het is een boeiend maatschappelijk onderzoek en kunstproject.
Het tweede verhaal kwam van Frederik Matthijs die als projectontwikkelaar sociale economie in de Gentse wijk ‘Rabot’ vooral de verschillende complementaire munten heeft toegelicht. Een meer bekend verhaal (ook voor de lezers van deze blog). Een van de gasten van de Boerenbond wist te melden dat er boeren zijn die zelf een soort Lets-systeem hebben rond het gebruiken van zware landbouwmachines. Dit systeem bestaat blijkbaar al dertig jaar. Om maar te zeggen dat nieuwe systemen ook oude wortels kunnen hebben.