politiek testament(je)


Op de niet openbare overlegcommissie heb ik woensdagavond voor het laatst mijn collega’s toegesproken. Hier een lichtjes aangepaste versie van mijn afsluitend woordje…

Beste Collega’s,

Gezien het reglement niet toelaat dat een ontslagnemend raadslid nog het woord neemt in een gemeenteraad waar de opvolger de eed zal afleggen is dit de laatste keer dat ik jullie kan toespreken. Ik wil kort van de gelegenheid gebruik maken om een bezorgdheid te delen.

Als lokaal politicus heb ik ook gemerkt hoe klein het vertrouwen van de burger in de politiek is. Naar verluid is het vertrouwen in verkopers van tweedehandsauto’s groter.  Het makkelijkste is natuurlijk te zeggen dat het de schuld is van de media, of dat de mensen het allemaal niet begrijpen, wat allemaal zal meespelen. Maar we kunnen ook eens in eigen boezem kijken.

Want geef toe, als iemand eens een kijkje komt nemen op een commissie vergadering of gemeenteraad is het toch wat een raar zicht. Je ziet vooral mensen die druk in de weer zijn op hun laptop of tablet, terwijl er iemand aan het woord is, en er slechts enkele mensen lijken te luisteren (dit gedrag was ook bij mij vast te stellen). Vele vragen worden herhaald, evenals de antwoorden, en het is duidelijk dat op de commissies en gemeenteraden de beslissingen niet genomen worden. Want als er gestemd moet worden is de uitkomst met 100 % zekerheid te voorspellen.

We mogen niet vergeten dat de invulling van democratie (dus met verkiezingen om de zoveel tijd) een 19de eeuwse uitvinding is. Ondertussen zijn er steeds meer regels en procedures en hebben de partijen steeds meer macht verworven. Ik merk dat – in alle partijen – vaak angst de belangrijkste drijfveer is. Angst om een of andere regel of procedure te overtreden, angst voor het oordeel van de media en de sociale media, angst om verantwoordelijkheid te nemen, angst om te falen, angst om de burger tegen de haren te strijken, en vooral angst om stemmen te verliezen en dus macht te verliezen.

En natuurlijk, daar gaat politiek om, het verwerven van macht om zo een programma te kunnen uitvoeren. En daarbij vertrekt iedereen uiteraard van de veronderstelling dat dit programma het beste is voor iedereen. Maar ondertussen wordt de kloof tussen burger en politiek alleen maar groter en zitten we met zijn allen vast in een systeem dat op zijn zachts gesteld suboptimaal functioneert. De grote uitdaging voor de volgende jaren is volgens mij politieke vernieuwing, een andere invulling van democratie, een andere relatie tussen burger en politicus.

Ik citeer graag naar Joke Quintens (Genk SPA), die net heeft beslist de politiek vaarwel te zeggen. ‘Veel politici gaan hier nog wat onwennig om met de burgers die zelf initiatieven nemen en acties opzetten. Logisch als je in oude gedachten blijft steken en dit activisme als een concurrent of, erger nog, als een bedreiging ziet. Ik ben er echter rotsvast van overtuigd dat we dit activisme van onderuit moeten omarmen. Ik weet zeker dat als we de burgers meer betrekken bij de inrichting van onze samenleving, we betere en creatievere oplossingen zullen vinden die ook door een veel groter deel van de bevolking gedragen worden. Als we willen dat er opnieuw meer vertrouwen heerst, zullen we zelf ook meer vertrouwen moeten geven. Door samen stad te maken leren we ook samen te werken en dus ook om samen te leven. We leren discussiëren, plannen maken, compromissen sluiten, hindernissen overwinnen en actie ondernemen.’

Daarom hoop ik dat in het volgende bestuursakkoord (en dus in alle partijprogramma’s ) ruim aandacht besteed wordt aan politieke vernieuwing. Waarom geen ruimte om experimenten op te zetten met deliberatieve democratie, waarom niet nadenken over een aanvullend orgaan samengesteld door loting (een systeem dat eeuwenlang goed functioneerde), waarom eens geen kijkje nemen bij de democratische vernieuwing die overal ter wereld voor boeiende evoluties zorgt.  Burgerparlementen, een bi-representatieve invulling van democratie, het is allemaal mooi uitgewerkt in het boek ‘Tegen verkiezingen’ van David Van Reybroek – en mooi samengevat in dit filmpje:

 

Want waarom moet de 550 mandaten die wij invullen door raadsleden worden ingenomen? Waarom moeten de commissies en raad voorgezeten worden door raadsleden? Er zijn voldoende gemotiveerde en goed geïnformeerde burgers die deze en andere taken kunnen opnemen. Wat dus nodig hebben is niet angst, maar moed. Moed om macht te delen.

Ik ben het eens met professor Filip De Rynck: “Wanneer het vertrouwen in het partijpolitieke systeem ongeveer het vriespunt nadert, dringt de rol van de burger als producent van beleid en diensten zich nog meer op.”  We zitten dicht bij dat vriespunt, ik hoop dat mijn oproep enig gehoor zal krijgen.

Tenslotte wil ik jullie allemaal heel erg danken voor de boeiende voorbije jaren. Ik weet dat jullie allemaal gestart zijn vanuit idealisme en engagement. De voorbije dagen kreeg ik heel wat reacties van collega’s uit diverse partijen die ook wel vinden dat een en ander mankeert aan ons politiek model. Wel, als we ons allemaal wat ongemakkelijk voelen bij de manier waarop het spel gespeeld wordt, kunnen we misschien eens stilstaan bij de spelregels.

Ik wil ook nog graag de stedelijk diensten en de onthaal medewerkers danken voor de grote inzet (en het continu bijvullen van de kannen met kraanwater).

Ik zal met plezier een actieve burger worden, die liefst samen met het bestuur werkt aan een leefbare volhoudbare stad. En omdat ik ooit beloofd heb een liedje te zingen in de gemeenteraad heb ik dat ook maar gedaan… Ondertussen ook te zien op facebook

 

3 reacties op ‘politiek testament(je)

  1. My kind of politician! Wij doen in Hasselt met de Dorpsraad van Kermt en de werkgroepen net dat, burgerlijk activisme. Veel plezier erin Steven!

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s