Deze morgen heb ik meegevaren met de boottocht van Vluchtelingenwerk. Met deze tocht wil deze organisatie het probleem van grote onverschilligheid voor de vele vluchtelingen aankaarten. Het was een veilige boot, gratis, met voldoende water en koffie aan boord. Dit in schril contrast met de bootvluchtelingen die hun leven op het spel zetten, minstens 5000 euro moeten betalen voor de overtocht en in de meest vreselijke omstandigheden vervoerd worden.
Het verhaal van de Syrische en Eritrese vluchteling spookte nog door mijn hoofd toen ik op de trein naar huis verder las in het boek ‘gratis geld voor iedereen’ van Rutger Bregman (bespreking van het boek volgt binnen enkele dagen). Daar lees ik plots een onomwonden pleidooi voor open grenzen. In een tijd dat markten voor kapitaal volledig vrij zijn, en volop gedebatteerd wordt over het nog vrijer maken van de grenzen voor goederen is een gigantische muur opgetrokken voor wie naar hier wil komen. Uit heel wat studies blijkt dat het openstellen van de mondiale arbeidsmarkt het wereldwijde bbp met 67 tot 172% zou doen stijgen. Alleen al 3% meer arbeidsmigratie toelaten zou drie keer meer opleveren dan alle geld voor ontwikkelingssamenwerking bij elkaar. De drie drogredenen (ze pakken ons werk af, ze doen onze lonen dalen en ze zijn te lui om te werken) tegen het openstellen van de grenzen voor mensen maakt Bregman met argumenten en cijfers met de grond gelijk.
Net vertelde Kamal Kharmach uit Syrië dat hij hier wil werken (jobs die wij al lang niet meer willen doen) en bijdragen aan onze samenleving. Maar wij rijke verwende westerlingen (die wel naar believen naar elk plekje van de wereld reizen) zijn bang om te delen. En zeggen dat de stroom vluchtelingen alleen nog zal toenemen als we er niet in slagen iets te doen aan ongelijk en klimaatverandering – om maar enkele oorzaken te vermelden.
Meer dan 20 jaar geleden zag ik voor het eerst de film ‘The March’. Misschien toch een aanrader voor wie denkt dat we migratiestromen (om economische en andere redenen) kunnen stoppen. Hier te bekijken – met Nederlandse ondertitels).