Vorige week ben ik voor het eerst in mijn leven in Louvain-la-Neuve geweest, toch wel een fascinerend stadje. Toen ik uit het station stapte stond ik meteen in het centrum en merkte ik nergens auto’s. De stad is ontworpen eind jaren zestig volgens de principes van de functionalistische stedenbouw. Aanvankelijk was de belangrijkste functie ‘universiteit’, maar nu wonen er ondertussen 30 000 mensen en wordt duidelijk dat het ontwerp van 40 jaar geleden behoorlijk stand houdt.
Niet alleen zijn er geen auto’s, er worden zelfs paarden ingezet. Hier zie je hoe de planten water krijgen via een tank (met pomp) gemonteerd op een kar. Op een paneel achteraan de kar kon ik ook lezen dat vuilnisbakken worden leeggehaald met elektrische karretjes.
Centraal op de markt een ‘maison du développement durable‘. De eerste indrukken van deze ‘nieuwe stad’ zijn dus wel positief. Bij mijn wandelingetje tussen terrasjes en fietsers (het was bijna 30 graden) was ik dus blij verrast door het aangename karakter van een stadje waar er elke dag een autoloze zondag is.
Ik weet niet of het te maken heeft met bevoorradingsproblemen – een griep-epidemie bij de paarden? – maar tot mijn verbazing ontdekte ik er ook een supermarkt met zo goed als lege rekken. Bij nader inzien waren ze de winkel aan het reorganiseren.
Dus als je ooit in de buurt bent, zeker eens een wandeling maken door het centrum.
Ja, ik heb dat ook eens gedaan:
een stad zonder historische monumenten, maar omdat er daar geen auto is, is het zo aangenaam om daar rond te lopen.
Geen auto betekent : geen lawaai, blijft dit stad proper (geen grijze muren, geen olievlek op grond, …), een gevoel van veiligheid en vrijheid …
Er is ook daar geen hondpoep te vinden, misschien omdat studenten geen hond in kot hebben?
En ik weet niet waarom, maar ook veel minder reclame op borden, wat een gevoel van rust geeft.
Louvain-la-Neuve in een stad om ervan te genieten.
LikeLike
Vreemde stad vind ik dat. De rust in de straat is als op een autoloze zondag maar echt aangenaam vind ik het niet. De stad is een gigantische betonnen sokkel. De auto’s die je niet ziet, zitten onder de grond (en het zijn er niet veel minder dan in andere steden).
Van bij het begin hebben enkele dwarsliggers zich verzet tegen de planmatige aanpak : ze verhinderden de afbraak van een oud gehucht en bouwden er zelf hun experimentele woningen tussen de bomen. 40 jaar later wonen er enkele honderden mensen. Naar eigen zeggen leggen ze door hun organische aanpak veel minder beslag op de ruimte en ligt hun energie- en waterverbruik vandaag heel wat lager dan in de rest van de stad.
Benieuwd eigenlijk hoe vandaag de ‘ideale ecosteden’ worden gebouwd.
LikeLike