welkom in absurdistan


Het is een jaarlijks terugkomend gebeuren; in juni word ik altijd wel ergens gevraagd om een eindwerk (bachelorproef) te beoordelen van laatstejaarsstudenten. Gisteren was het weer zo ver, en kon ik kennismaken met een nieuwe ‘piloot’ formule. Daarbij worden de studenten gestimuleerd om creatieve manieren uit te proberen om hun kunde te bewijzen. In plaats van een geschreven werkstuk kunnen ze via een ‘methodiek’ of ‘site’ of ‘nog iets anders’ afstuderen. Op zich geen slecht idee, al is er bij de uitwerking toch wel wat fout gelopen.

Vooreerst verwarring. Zo kreeg ik twee eindwerken te beoordelen, een ‘piloot’ en een ‘gewoon’. Alleen had de student die voor de piloot koos ook gewoon een eindwerk geschreven (wat ook kan) en zo kon ik geen enkel verschil zien tussen beide papers. Ik kreeg wel een pak papier met toelichtingen, richtlijnen en formulieren maar kon niet uitmaken welke eindwerk nu volgens de ‘piloot’ moest worden beoordeeld. Dus had ik voor beide werken het oude vertrouwde beoordelingsformulier ingevuld.

Bij aankomst op school bleek dat niet te kloppen  en moest ik snel een ander formulier invullen, bestaande uit een lijst van 22 punten die elk op zich moesten worden aangekruist. De ondervraging zelf verliep vergelijkbaar met de gewone versie, behalve dat we daarna opnieuw een formulier moesten invullen met 22 punten. En dan moesten we met de jury (4 personen) elk toelichten welke score we hadden voorzien op elk van de 44 criteria. Dit is bijzonder tijdrovend, en omwille van de vele formulieren en documenten voelde de voorzitter van de jury zich eerder boekhouder dan beoordelaar. Via een ingewikkelde formule werd dan op een tabel afgemeten welke punten de student verdiende.

bachelorsToen we achteraf toelichting vroegen over deze omslachtige formule bleek dat de oorzaak vooral angst is. Men wil zoveel mogelijk discussie (en rechtszaken) vermijden en het eindwerk via ‘objectieve’ formules beoordelen. En omdat voor zo’n piloot criteria nodig waren is die dubbele lijst van punten opgesteld. Vaak met vragen waarbij we bij de jury niet echt wisten hoe we ze moesten interpreteren. Het punt is echter dat door het steeds vergroten van de hoop procedures en regels de kans op fouten (en rechtszaken) groter wordt en nog meer formulieren en regels nodig zijn om te zorgen dat alles correct verloopt.

Slechts enkelen (de procedure-experten) weten nog hoe al de regels moeten toegepast worden en zij krijgen dus steeds meer te zeggen in het proces. Dat de student daardoor beoordeeld wordt op basis van tientallen geïsoleerde puntjes en het totaalbeeld op de achtergrond verdwijnt is bijzaak.  De inhoudelijke begeleiders zijn vooral bezig met turven, tellen en rapporteren zodat voor het echt begeleiden nauwelijks nog tijd is.

Het valt me op dat deze evolutie overal te zien is; in de zorgsector, het onderwijs, de politiek, de kunstensector, de voedselveiligheid, enzovoort. Ik ben zelf ook fan van het principe ‘meten is weten’, bijvoorbeeld als het gaat om energieverbruik of inkomensverschillen. Maar nu zitten we in toestand waar ook het onmeetbare omgezet moet worden in cijfertjes en de hele sociale sector gebukt gaat onder KPI’s (Key Performance Indicators), kwaliteitszorgsystemen en registratieprotocollen. Dit zijn niet langer middelen om bepaalde doelen te bereiken, maar in veel gevallen het doel zelf geworden.

Hoe groter de mondiale uitdagingen waar we liever niks aan doen, hoe groter blijkbaar de neiging om ons vast te klampen aan steeds meer procedures die ons een vals gevoel van veiligheid geven. Een ding is zeker, dit zal niet kunnen blijven duren.

8 reacties op ‘welkom in absurdistan

  1. Ooit gewerkt voor een certificatie ISO9001:
    – Dossier schrijven om uit te leggen hoe moeten alle formulieren gemaakt en ingevuld zijn.
    – Iemand ieder jaar laten komen (en betalen) om te kijken als wij echt onze formulieren invullen zoals geschreven was.
    Het had niets te doen met het verhogen van kwaliteit of zo, het kost wel tijd, mensen en geld.
    En wij moesten het voorkeur geven, aan leverancieren die ook ISO9001 waren.
    Het moeste onze verkoopcijfers verhogen, waren de reden.

    Maar de enige die zeker iets meer hebben met ISO9001, zijn de keuders.

    Like

  2. welkom in het onderwijs 😉 Waar denk dat het grootste deel van onze tijd tegenwoordig naar toe gaat?
    Toch erg fijn dat je je tijd hier aan wil geven, want het blijft extreem zinvol om met jeugd aan de slag te gaan!

    Like

  3. Ik kan me levendig inbeelden waar je deze ervaring hebt opgedaan. Ik sluit me volledig aan bij je opmerkingen. Wat als zinvol en vernieuwend experiment werd opgezet, is reeds vooraf dood gereglementeerd:jammer !

    Like

  4. Zeer juiste conclusie Steven! De reden van dit absurde gedoe is angst. En zoals we weten is angst vooral een zeer slechte raadgever. We zitten ook hier volop in de examens maar hopen er op dat het al dan niet afleveren van een diploma op méér gebaseerd is dan een optelsom van cijfertjes of het tellen van kruisjes of een lijstje.
    Overigens hoorde ik ooit op een deliberatie van verpleegkundigen: “ze is geslaagd maar zou ze niet aan mijn bed willen” en de variant bij leraren: “hij krijgt het diploma van leraar, maar ik wil niet dat hij aan mijn kinderen les geeft” … en dat allemaal via een massa “objectieve” cijfertjes en kruisjes.

    Like

    1. Was dat niet een van de hoofdredenen voor het invoeren van het leerkrediet? De student die op den duur wel slaagt (desnoods na 6 of meer zittijden voor een moeilijk vak), maar eigenlijk niet capabel is, kunnen weigeren? Kunnen voorkomen dat incompetente mensen aan een diploma kunnen raken waar ze niet geschikt voor zijn, omdat hun ouders ze willen blijven sponsoren?

      De druk om de slaagpercentages hoog te krijgen is immens, op elk opleidingsniveau. Starten er nu 100 studenten meer in een richting dan 5 jaar geleden onder het motto ‘we kunnen maar proberen’, dan wordt dat toegejuicht. Zakt het slaagpercentage ook maar een heel klein beetje erdoor, dan zijn de examens te streng…

      Like

  5. De grootste reden voor deze werkwijze is niet angst. Waar we vroeger in het onderwijs alles met buikgevoel oplosten is er meer en meer een gerichtheid op kwaliteitsvolle beoordeling. Dat leraars dat anders aanvoelen kan wel zijn, maar die formulieren hebben wel degelijk nut: Je kan gericht feedback geven, de beoordeling is objectief, en het proces van de beoordeling is helder na te pluizen.
    Een thesis is overigens niet het enige. het totaalbeeld wordt wel degelijk bekeken,maar op een andere manier.
    Iedereen over alles een mening, okee, maar vooraleer gratuite kritiek te geven, misschien eerst eens verdiepen in het hoe en waarom. Overigens, een instelling die probeert te vernieuwen, op een dergelijke manier aanvallen is ook niet echt wat verwacht wordt van een ondervrager. Het is blijkbaar een pilootproject, geef de mensen een kans, ipv alles af te breken.

    Like

    1. Ik denk dat jullie beiden gelijk hebben, maar vanuit een verschillend perspectief : Pieterjan formuleert wat het potentieel in theorie zou moeten zijn van een dergelijke aanpak, Steven geeft zijn ervaring uit de praktijk weer.
      Het is niet omdat men vanuit nobele bedoelingen een aanpak ontwikkelt, dat die in de praktijk ook altijd (meteen) werkt zoals men voor ogen had.
      Ik vind het een beetje eenvoudig om Steven’s reactie simpelweg af te doen als “alles af te breken”, maar te kijken welke fundamentele opmerkingen geformuleerd worden om de procedure aan te passen/bij te sturen of te herzien.

      Like

  6. Een eerste golf van objectivering en verantwoordingsplichten leverde echt wel winst op. De doelmatigheid van onderwijsprocessen groeide. De huidige golven gaan veel verder. En met velen voelen we ons geleidelijk aan weggesurfd van de kernprocessen. Laten de vele criterialijsten en procedurestapjes nog toe om echt goed te beoordelen ? Het aantal voorbeelden waar de regels ons tot absurdistan brengen zijn te talrijk aan het worden. Deze trend moet gestopt worden.

    Like

Plaats een reactie