We bellen aan. Een man van middelbare leeftijd opent de deur. ‘Hallo, ik ben Siri, en dit is Steven. We doen een project in deze straat om gesprekken te voeren over het klimaat. Heb je even tijd?’ De man kijkt ons aan, we zijn geen getuigen van Jehovah, we hebben niks te verkopen. ‘Even wel’ zegt hij, ‘maar ik moet straks wel eten.’ We leggen een stelling aan hem voor: ‘Iedereen verdient een veilige en leefbare toekomst. Daarom is het tijd voor strengere klimaatmaatregelen.’ Kan je die stelling beoordelen op een schaal van 1 tot 10. ‘Tien’ zegt hij zonder aarzelen. Zo begint het eerste gesprek die avond in een van de betere buitenwijken van Gent.
De gesprekken passen in het project ‘Deep Canvassing’ van Klimaatcontact. Per twee ga je deur aan deur volgens een vooraf bepaald script in dialoog met random bewoners. Het meest zinvol is de methodiek in te zetten bij mensen die niet zo betrokken zijn bij het klimaat. Daarom hadden een straat gekozen met mooie huizen, grote voortuinen en altijd een auto voor de deur. Witte mensen die volgens de kiesgegevens eerder rechts stemmen. Al zal snel blijken dat dit niet klopt.
Het gesprek met de eerste man gaat over de gevolgen van de klimaatverandering. Het feit dat er te weinig gedaan wordt. Een verwijzing naar Trump (die in elk gesprek zal vernoemd worden!), een excuus omdat hij zelf ook niet consequent bezig is én een wat verrassende uitspraak dat AI ons misschien wel kan helpen. Onze rol is vooral luisteren en vragen stellen om te weten hoe deze persoon het klimaatprobleem ervaart. Het punt is vooral om niet te polariseren, weg te gaan van het wij-zij verhaal en duidelijk te maken dat de verdeeldheid door sommigen bewust worden aangewakkerd. Af en toe delen we ook een persoonlijke ervaring.
De tweede persoon is een enthousiaste dame die zelf duurzaamheidscoördinator is bij een groot bedrijf. Ze praat honderuit over de acties die ze ondernemen, en hoe ontmoedigend het is dat Europa eerdere maatregelen afzwakt. Het strakke huis ligt vol met zonnepanelen, en tegelijk verontschuldigd ze zich voor de fossiele BMW die op de oprit staat. ‘Die is van mijn man’ zegt erbij. Ook zij kiest voor de tien.
De derde man is veel stiller. Hij kiest voor een acht. Als we vragen waarom komt er niet meer. Zijn gazon is vergeeld, sproeien heeft geen zin. Er komt iets meer betrokkenheid in zijn stem als hij het over de overheid heeft. ‘Ja, kijk, wij moeten allemaal ontharden, en ik doe dat, maar ondertussen kappen ze volop bomen in Antwerpen.’ Hij herhaalt het een paar keer. Maar hij wil wel enkele offers brengen. Naar de stad gaat hij met de bus of de fiets. Want parkeren met zijn diesel is veel te duur. Als we polsen of hij ook actie zou willen voeren is het antwoord nee. En mochten ze de bomen in zijn straat willen omhakken? ‘Dan zou ik wel een zwarte vlag ophangen’. Hij wenst ons nog veel succes.
Het volgende gesprek is bijzonder. Het start wat moeizaam tot we overschakelen op Engels. De man is in Australië geboren en opgegroeid, heeft Israëlisch/Griekse ouders en woont nu hier. Er is ook nog een link met Cyprus maar die begreep ik niet goed. Hij zucht als we de stelling voorleggen. ‘It’s to late’. Hij zal het het een paar keer herhalen. Hij is ervan overtuigd dat het om zeep is, en we niks meer kunnen doen. Hij heeft prachtige tomaten planten in zijn tuin. We zoeken samen of we toch niks te doen hebben, zelfs al is het te laat. Hij twijfelt of betogen en actievoeren wel iets uithaalt. Ze luisteren toch niet, het gaat alleen maar om geld. Hij denkt wel dat bewustwording helpt. Hij praat over de thema’s op café. En ondanks de negatieve ondertoon is er verbinding, hij geeft ons wat tomatentips, en maakt duidelijk dat wat we doen belangrijk is. Dus toch.
Om het laatste gesprek te voeren wandelen we langs een oprit naar een huis dat half overgroeid is met klimop. We zoeken een bel of voordeur en staan plots in de keuken van twee mensen die ons hartelijk ontvangen. De man is vis aan het bakken, de vrouw zit aan tafel. Het huis en de sfeer doen wat denken aan de films van Ken Loach (of de gebroeders D’Ardenne). Toch gaan ze enthousiast in op onze vraag voor een babbel. De vrouw geeft een tien, de man een negen, omdat hij wat achterdochtig is. Ze spreken allebei graag, onderbreken elkaar. We horen wat ze voor werk gedaan hebben, hoe ze zich ingezet hebben voor biologische landbouw. Hoe ze hun kinderen en kleinkinderen kennis van de natuur bijbrengen. Het vraagt wat moeite van onze kant om terug naar het thema te gaan. De man, die zijn leven lang in een drukkerij heeft gewerkt ziet het zo. ‘Op lange termijn komt het goed, al zullen er nog wat calamiteiten komen, en is er nog heel veel werk te doen.’ Vroeger werd het zilver van de ontwikkelingsbaden gewoon geloosd, nu kan dit niet meer. Dus er worden stappen gezet. Als Siri vertelt over haar keuze voor de fiets neemt de vrouw over. Ze is slecht te been, moet regelmatig naar het ziekenhuis (het duurt soms anderhalf uur om er met hun autootje te geraken), dus daar moet de overheid rekening mee houden. Ze willen nog veel vertellen maar na een klein half uur moeten we toch afronden.
Die avond zullen we bij 9 huizen aanbellen. Vier mensen zijn niet thuis, een oudere dame weigert. In totaal voeren we 5 gesprekken, tussen de 10 en 25 minuten. We zijn hiervoor anderhalf uur op pad. Wellicht hebben we niemand ‘overtuigd’, en dat is ook niet de bedoeling. Maar het is in elk geval waardevol om hierover in gesprek te gaan met mensen die anders zijn dan jezelf. Siri is verantwoordelijk voor het project, als je interesse hebt, neem hier een kijkje!
Praten en luisteren helpt, actievoeren is ook nodig. Daarom deel ik nog deze lezersbrief die me is toegestuurd met de vraag om die te verspreiden. Want inderdaad, het gaat in Deurne niet enkel over bomen, maar ook over hoe de overheid omgaat met kritiek.
Beste,
Je kunt veel bedenkingen hebben over het nut van de keerlus, of er voldoende alternatieven onderzocht zijn en over de meer dan vijfduizend bezwaarschriften die genegeerd werden, maar daar gaat het mij hier niet om.
Toen ik vanmorgen het politieoptreden zag, stelde ik me deze vraag: “wanneer is het legitiem dat de overheid de politie inzet tegen haar eigen burgers?”
Je kunt ongetwijfeld een aantal situatie voor de geest halen waar geen zinnig mens hierover twijfelt, denk aan hooligans die supporters aanvallen. Voor een aantal situaties zul je wat twijfelen, en misschien een andere mening hebben dan je buren. Wat bijvoorbeeld als de ordediensten een woning willen bestormen omdat ze vermoeden dat er personen in de illegaliteit verblijven?
Bij het protest tegen de bomenkap van vandaag kan ik geen enkele legitieme reden bedenken waarom het stadsbestuur een dergelijke politiemacht zou inzetten.
Was de openbare veiligheid in gevaar? Absoluut niet. Komt de planning van belangrijke en dringende openbare werken in gevaar? Weeral neen. Zie het persbericht van de Lijn van vandaag waarin ze eigenlijk toegeeft dat (en ik verzin dit niet) ze nog niet weet welke tramlijnen de nieuwe keerlus in de toekomst zullen gebruiken.
Er is een dringende procedure ingeleid bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen en men verwacht een beslissing binnen twee dagen. Iedere normale politicus zou de beslissing van de rechter afwachten en tot zolang de politiecombi’s in de kazerne laten (of beter: voor belangrijkere problemen inzetten).
De keerlus van de tram in Deurne is op zich een vrij lokaal dossier. Waarom zou iemand van pakweg As of Zemst er wakker van liggen? Het punt is dat we ons op een glijdend vlak bevinden waar het blijkbaar normaal is dat een stadsbestuur de politie gebruikt enkel om haar beleid met geweld tot uitvoering te brengen, niet om burgers te beschermen, de openbare veiligheid te garanderen of zware criminaliteit te stoppen. Dat is een bijzonder gevaarlijke evolutie. En daarom moeten we blijven protesteren en onze stem laten horen wanneer de overheid deze rode lijn overschrijdt.
Vriendelijke groeten,
Cor Vermeulen
Deurne-Antwerpen
